[pijler]
Klimaat
[chapeau] Moeten we de klimaatsverandering stoppen? Of
gewoon accepteren?
[kop] Stoken is verzuipen
[intro]
Klimaatverandering? Helemaal niet zo erg, meent geoloog Salomon
Kroonenberg. Maar milieuwetenschapper Pier Vellinga wil verregaande maatregelen. Een verhit
tweegesprek over Al Gore, proefjes met CO2 in een buis en een boer op de Kilimanjaro.
Tekst:
Rik Kuiper
Amsterdam,
half januari. De lucht is dik en vochtig, het is minstens vijfentwintig graden.
Pier Vellinga moet het warm hebben, in zijn
krijtstreeppak met blauwe stropdas. Met de vingers om het handvat van zijn
attachékoffer geklemd loopt hij over een bospad dat tussen tropische planten
kronkelt. Ziet Nederland er over honderd jaar zo uit? Liever niet, moet de
hoogleraar milieuwetenschappen van de Vrije Universiteit denken. Salomon Kroonenberg voelt zich
meer in zijn element, hier in de tropische kas van de Hortus Botanicus van de
Universiteit van Amsterdam. In zijn zwarte trui sjokt de Delftse
hoogleraar geologie tussen het gebladerte door, waarbij hij af en toe een naam
mompelt of kort aan de stam van een boom voelt. Hij is bekend met de tropen,
hij werkte in zijn jonge jaren in Suriname en Colombia. Lachend: ‘Geef me een
hangmat en ik zou hier zo kunnen wonen.’
Kroonenberg publiceerde vorig jaar het boek
‘De menselijke maat’, waarin hij kritiek uit op de visie van veel
klimaatwetenschappers. Die rekenen volgens de geoloog slechts honderd jaar
vooruit, terwijl het klimaat veel grotere stappen neemt: van ijstijd naar
ijstijd. Waarom kijken we niet naar periodes van duizenden jaren? Dan zal
blijken dat de huidige invloed van de mens op het klimaat weinig te betekenen
heeft. Het boek lokte veel reacties uit. Veel critici verwijten Kroonenberg dat hij niet stilstaat bij de problemen die op
de korte termijn ontstaan door de opwarming van de aarde. Een van hen: Pier Vellinga, die pleit voor sterke beperking van CO2
én versterking van de dijken. Ze kruisen de degens.
Kroonenberg: ‘Sommige klimaatsceptici wijzen
erop dat de meetresultaten niet betrouwbaar zijn. Steden zijn gegroeid, zeggen
ze, waardoor veel thermometers opeens in bewoond gebied liggen. Daar is het
warmer en dat zou zorgen voor de stijgende lijn in de grafiek. Maar volgens mij
is het redelijk zeker dat de aarde opwarmt.’
Vellinga: ‘De oceaan warmt ook op. En
daar is geen invloed van stedelijke ontwikkeling. Het is wereldwijd ongeveer 0,7
graden warmer dan zestig jaar geleden. Vanaf eind jaren tachtig ging het steeds
sneller: meer dan een tiende graad per decennium.’
Kroonenberg: ‘Daar wil ik wel aan toevoegen
dat het klimaat altijd verandert. Mensen krijgen door de huidige publiciteit
het idee dat de temperatuur op aarde altijd constant was. Totdat wij er met
onze vingers aan gingen zitten. De curve van Al Gore suggereert dat de
temperatuur nooit meer naar beneden gaat. Dat is pertinent onjuist. Over 10 tot
40.000 jaar krijgen we weer een ijstijd’
Stelling: Hoe meer we verstoken, hoe
warmer het wordt
Vellinga: ‘De temperatuur op aarde wordt
in sterke mate bepaald door de aanwezigheid van broeikasgassen in de atmosfeer.
Daarbij gaat het onder meer om CO2, waterstof en methaan. De huidige versnelde
opwarming komt vooral door een verhoogde concentratie CO2, dat vrijkomt bij het
gebruik van fossiele brandstoffen. Als er minder CO2 in de lucht zit, dan loopt
Groenland minder kans om te smelten in de komende 300 jaar.’
Kroonenberg: ‘Er is niet altijd een verband
tussen de hoeveelheid CO2 en de temperatuur. In het Eemian,
een tijdperk tussen de twee laatste ijstijden in (125.000 jaar geleden), was de
zeespiegel zes meter hoger dan nu. Al het ijs op Groenland was gesmolten. Maar
de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer was helemaal niet zo hoog.
Zeespiegelstijging kan dus ook optreden zonder dat het CO2-gehalte stijgt. Aan
de andere kant: tussen 1940 en 1975 werd het koeler op aarde. Maar tegelijk
steeg de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer. Je kunt dus niet vertrouwen op een
lineaire relatie tussen CO2 en temperatuur. Maar dat doe jij wel.’
Vellinga: ‘Halverwege de negentiende eeuw
zijn er al proefjes gedaan met CO2 in een buis. Aan de ene kant stond een
infrarode warmtebron, aan de andere kant een sensor die de warmte opving. Hoe
meer CO2 er in de buis zat, hoe minder warmte er bij de sensor aankwam. CO2
werkt dus remmend op het doorlaten van infrarode straling. Dan is er toch ook
een relatie tussen de uitstoot van CO2 en de temperatuur?’
Kroonenberg: ‘Nu sla je een aantal stappen
over. Het klimaatsysteem is veel complexer dan dat. Daardoor zijn de gevolgen
van onze daden onvoorspelbaar zijn. Door de toegenomen hoeveelheid CO2
stijgt de temperatuur. Door de stijging van de temperatuur verdampt meer water
uit de oceanen. Daardoor ontstaan wolken. En die houden weer zonnewarmte tegen.
Maar hoe dat precies werkt, is onduidelijk.’
Vellinga: ‘Toch zien we duidelijk dat het
inmiddels warmer wordt, met die complexiteit valt het dus wel mee. Dit is in de
modellen verwerkt. Daardoor variëren de voorspellingen: het kan de komende eeuw
twee graden warmer worden, maar ook zes graden.’
Kroonenberg: ‘Niet alle effecten worden
meegenomen. Zo is bekend dat de oceanen kouder worden na grote
vulkaanuitbarstingen. Bij de laatste uitbarsting van de Krakatau
in Indonesië duurde dat vijftig jaar. Dat was in 1883. En omdat zo’n
uitbarsting gemiddeld eens per honderd jaar voorkomt, is het statistisch gezien
al lang weer tijd voor zo’n eruptie. Maar de klimaatscenario’s houden er geen
rekening mee dat dat ook kan gebeuren.’
Kroonenberg: ‘Ik vraag me af wat we zouden
doen als de opwarming een natuurverschijnsel was. Proberen we het
broeikaseffect af te remmen omdat wij vinden dat we schuldig zijn? Of willen we
het klimaat constant houden? Die vraag wordt ten onrechte verwaarloosd, omdat
er zo veel energie wordt gestopt in de vraag of de mens het heeft veroorzaakt.
Het is irrelevant of wij het gedaan hebben of niet.’
Vellinga: ‘Daar ben ik het volstrekt niet
mee eens. Met de uitstoot van CO2 beïnvloeden we het klimaat. Er zijn winnaars
en verliezers bij klimaatverandering. Verliezers zijn bijvoorbeeld boeren in
Zuid-Europa en Noord-Afrika. Landen als Nederland, Bangladesh en kleine
eilandstaten krijgen problemen door de stijging van de zeespiegel. Daarom zeg
ik: we moeten de menselijke invloed op het klimaat zo veel mogelijk beperken.’
Kroonenberg: ‘Maar het klimaat is zo complex
dat we helemaal niet kúnnen voorspellen of onze maatregelen om de
temperatuurstijging tegen te gaan daadwerkelijk effect hebben. Het huidige
beleid gaat ervan uit dat wij het klimaat kunnen controleren.’
Vellinga: ‘Jouw redenering lijkt op de
volgende. Er zit overal straling in de lucht. Daar krijgen sommige mensen
kanker van. Nu weten we dat je van roken ook kanker krijgt. En wat zeg jij dan?
De relatie tussen roken en kanker is zo complex, dat je net zo goed door kan
gaan met roken.’
Kroonenberg: ‘Dat is geen eerlijke
vergelijking. Roken is een individuele keuze en de eventuele gevolgen zijn ook
individueel.’
Vellinga: ‘Dat vraag ik mij af, met roken
beïnvloed je ook je omgeving’.
Stelling: We moeten ons aanpassen aan het
klimaat, niet proberen het klimaat aan te passen.
Kroonenberg: ‘Stel dat we 100 miljoen euro
hebben. Daar kunnen we twee dingen mee doen. We zouden het kunnen gebruiken om
CO2 in de grond op te slaan, zodat het niet in de atmosfeer komt. Of we bouwen
dijken in Bangladesh. Het effect van de eerste maatregel is buitengewoon
onzeker. Maar dat het bouwen van dijken werkt, daarover bestaat geen twijfel.
Ik bestrijd liever de gevolgen dan dat ik de oorzaak probeer aan te pakken. Fight poverty, not climate!’
Vellinga: ‘Dat is een absurde redenering.
Dit leidt ertoe dat we zeggen: in Nederland halen we het afval niet meer op en
het geld dat we daarmee besparen geven we aan Bangladesh.
Kroonenberg: Maar het is geen afval!’
Vellinga: ‘CO2 is niet giftig. Maar het
is wél een restproduct van onze industriële samenleving. En als je daar te veel
van hebt, dan moet je dat opruimen. Dan moet je niet zeggen: omdat er van een
boom ook bladeren vallen, hoeven wij onze papieren blaadjes ook niet op te
ruimen. Dat is wat Salomon Kroonenberg
zegt.’
Kroonenberg: ‘Mag ik alsjeblieft zelf zeggen
wat ik zeggen wil?’
Vellinga: ‘Als de natuur de oorzaak van
de opwarming is, dan kan de mens zich het beste maar aanpassen. Zonnevlekken en
vulkanen beïnvloeden het klimaat ook. Maar die zijn moeilijk te beteugelen.
Maar wanneer de mens zelf de schuldige is, dan moeten we onszelf beperkingen
opleggen en technieken ontwikkelen die schoner zijn dan fossiele brandstoffen.’
Kroonenberg: ‘Jij redeneert vanuit een
schuldgevoel. We hebben rommel gemaakt, dan moeten we het ook opruimen. Maar
wat heeft een boer op de helling van de Kilimanjaro
daar aan? Die heeft water nodig. En daarom wil hij weten: gaat het hier weer
sneeuwen wanneer jullie die CO2 in de grond gaan stoppen? Als er een kans is
dat dat niet zo is, dan heeft hij liever dat je met
dat geld een drinkwaterinstallatie voor hem koopt. Dan weet hij zeker dat hij
er iets aan heeft.
Vellinga: En dan maar doorgaan met de milieuverontreiniging?’
Kroonenberg: ‘Nee, natuurlijk niet. We
moeten zuinig zijn met energie, want straks zijn de fossiele brandstoffen op.
En als die besparing toevallig bijdraagt aan de vermindering van de opwarming
van de aarde, dan is dat meegenomen. Maar het is niet het hoofddoel.
Vellinga: Je kunt je geld maar één keer
uitgeven. Je geeft het aan de boer, of je steekt het in technologie om de
uitstoot te verminderen.’
Stelling:
Nederland loopt een groot risico
Vellinga: ‘Het klimaat bepaalt de afvoer
van de rivieren, de stormen op de Noordzee, de
zeespiegelstand. Overal ter wereld worden nu weerrecords gebroken: regen- en
temperatuurrecords. De kans dat we ook rivierafvoer- en
stormvloedrecords worden gebroken is niet
denkbeeldig. Omdat het klimaat in de war is, lijkt het me verstandig om de
dijken vast op sterkte te brengen.’
Kroonenberg: ‘Het is een wereldwijd
probleem, dan moet je ook wereldwijd prioriteiten stellen. Nederland heeft de
beste dijken van iedereen. Je moet maatregelen nemen waar de nood het hoogst
is. Eerst in Bangladesh, dan in Nederland.’
Vellinga: ‘We moeten met onze CO2 de
mensen in Bangladesh niet in de problemen brengen. Dat is moreel heel slecht.
Maar Nederlanders hebben wel het recht zich goed te beschermen. Dat geld hoeft
niet eerst naar de bescherming van andere landen.’
Kroonenberg: ‘Nederlanders zijn zo
ongelooflijk beschermd en zo ongelooflijk rijk, die kunnen best een stootje
velen.’
Vellinga: ‘Jij hebt toch ook een
brandverzekering?’
Kroonenberg: ‘Ja.’
Vellinga: ‘Nou, dat geld kun je ook
direct overmaken naar een goed doel. Dan kun je zeggen: ik neem het risico dat
mijn huis eens per honderd jaar in de fik vliegt, ik kan wel tegen een
stootje.’
rik.kuiper@questmag.nl
[infokader] Meer informatie:
De menselijke maat - de aarde over tienduizend jaar, Salomon Kroonenberg, Uitgeverij Atlas (2006): over klimaatverandering, zeespiegelstijging, aardbevingen en vulkanen.
tinyurl.com/2ufg5c: publicatie van Pier Vellinga over klimaatverandering en de veiligheid van Nederland
www.ipcc.ch: website van het Intergovernmental Panel on Climate Change van de Verenigde Naties.
[kader]
Salomon Kroonenberg
Geboren: 13 maart 1947
Loopbaan: Promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam, woonde daarna in Suriname, Swaziland en Colombia. In 1982 keerde hij terug naar Nederland om hoogleraar te worden aan de Universiteit van Wageningen. Vanaf 1996 is hij verbonden aan de TU Delft. Vorig jaar verscheen zijn boek ‘De menselijke maat’, waarin hij tekeer gaat tegen het huidige klimaatbeleid.
[kader]
Pier Vellinga
Geboren: 17 april 1950
Loopbaan: Promoveerde aan de TU Delft op de
veiligheid van Nederland bij stormvloeden. Werkte bij het Waterloopkundig
Laboratorium waarvoor hij de wereld rond reisde voor onderzoek in Peru en
adviezen in Tanzania, Tunesië en Saoudi-Arabië.
Werkte daarna bij het ministerie van VROM en de Verenigde Naties. Was directeur
van het Instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universteit
in Amsterdam. Inmiddels werkt hij aan dezelfde universiteit als hoogleraar
Milieuwetenschappen en directeur van het Klimaatcentrum. Vellinga
was betrokken bij de oprichting van het Intergovernmental
Panel on Climate Change (IPCC). Sinds vorig jaar is hij voorzitter van de
Stichting Natuur en Milieu.
[bijschrift]
Geoloog Salomon Kroonenberg (rechts) ziet de toekomst van de aarde zonnig
tegemoet. Milieuwetenschapper Pier Vellinga voelt de
bui al hangen.